A book binding, containing a combination notebook, compass, mirror, sundial and a portrait miniature
Of oblong section, the hinged covers with silver overlay on a gold ground pierced with monkeys, squirrels and…
De schelpmond of ‘woonkamer’ is aan twee zijden gegraveerd met historische taferelen verband houdend met het Ontzet van de stad Leiden op 3 oktober 1574, waar de Zeeuwse Admiraal Louis de Boisot de toenmalige burgemeester van de stad Leiden, Pieter A. van der Werff, verwelkomt aan de Vliet, de andere zijde met een tafereel betrekking hebbend op de Zelfopoffering door burgemeester Van der Werff, die door het aanbieden van zijn degen en daarmee zijn lichaam als voedsel voor de uitgehongerde menigte zijn compassie met de uitgehongerde bevolking bewijst.
De scenes zijn gevat in ovalen omgeven door een kabelrand, waaromheen krullend gebladerte. De septale kraag is aan weerszijden gegraveerd met krullend acanthus gebladerte eindigend in een anemoon. De schelp is gemonteerd in een gekartelde zilveren montuur om de woonkamer, die vanaf de navel om de schelp naar beneden loopt. De montuur rust op een rijk bewerkte parelmoeren stam die rust op een ronde gesegmenteerde voet, bestaande uit knerrenranden van parelmoer met zilveren parelranden ertussen, de onderste rand is gegraveerd met krullend bladwerk. Aan de voorkant van de schelp is het stadswapen van Leiden gegraveerd, de gekruiste sleutels.
Het tafereel met Admiraal De Boisot en burgemeester Van der Werff is gebaseerd op een ets van een zg. Geschiedkundig Tafereel, met als titel Voorstellende het Ontzet der Stad Leijden, op den 3 October 1574, door Dirk Sluyter naar een tekening door Haatje Pieters Oosterhuis, (collectie Rijksmuseum, inventaris n° RP-P-OB-79.610, 1e helft 19e eeuw, 43 x 48,4 cm).
De andere afbeelding werd gebaseerd op een schilderij door Mattheus Ignatius van Bree (1773 Antwerpen 1839), getiteld Burgemeester Pieter Adriaensz. van der Werff biedt zijn degen aan het muitende volk (collectie De Lakenhal, Leiden, inventaris n° S 46, gedateerd 1816-17, olie op doek, 430 x 574 cm).
Met deze heldendaad wilde hij zijn stadsgenoten ervan overtuigen niet toe te geven aan de honger, maar te volharden in hun verzet tegen de Spaanse overheersing. De Spanjaarden hadden Leiden afgesloten van alle land- en waterwegen, in de hoop dat Leidenaren de moed zouden opgeven. Maar dankzij een strenge rantsoenering kon de bevolking nog maandenlang teren op de aangelegde voedselvoorraden. Pas eind augustus 1574 werd het tekort dermate nijpend dat onrust ontstond. De ambtenaren – zoals burgemeester van der Werff – die voor de verdeling van de schaarse middelen verantwoordelijk waren, kregen het zwaar te verduren. Op 8 september was er opnieuw een opstootje voor het stadhuis. Hongerige mannen en vrouwen met kinderen probeerden een besluit tot overgave af te dwingen. Gelukkig kon de situatie dankzij het optreden van stadssecretaris Jan van Hout beheersbaar blijven: de schutterij werd ingezet. In 1577 werd deze gebeurtenis voor het eerst beschreven door Jan Fruytiers. Hij vertelde dat burgemeester Van der Werff het volk moedig tegemoet was getreden en zijn eigen lichaam als voedsel had aangeboden. Daarop dropen de relschoppers af. Het verhaal maakte zo’n grote indruk dat het vele malen in woord en beeld is herhaald.
De nautilus, ook wel kooppotige genaamd, is een prachtige schelp, behorend tot de familie van inktvissen. Ze hebben 90 tentakels en kunnen zich niet camoufleren. Hun bescherming is hun schelp, waarin ze zich helemaal kunnen terugtrekken. In museum Naturalis te Leiden bevinden zich dergelijke ook nu nog voorkomende ‘fossielen’, waarvan het Leidse onderzoeksinstituut de grootste collectie in Europa beheert. De dieren worden zelf een jaar of 20, maar de groep bestaat al zo’n 500 miljoen jaar. In al die tijd is er weinig veranderd. Dat komt omdat de nautilus tot op 700 meter diepte in zee leeft, vooral in Zuidoost Azië en Australië. Veel aanpassingen heeft de soort niet hoeven doen, hij is een echte overlever.
De grootste natuurlijke vijand van de nautilus is de octopus. Die maakt met een slijptand een gaatje in de schelp. Daar spuiten ze gif doorheen, waarmee de octopus de spieren van de nautilus verlamt. Daarna kan hij zijn prooi uit de schelp trekken. 57 procent van de volwassen nautilussen komt op die manier op die manier aan zijn einde.
De schelp wordt al eeuwenlang door edelsmeden verwerkt in kostbare objecten, ze zijn met name veelvuldig verwerkt tot drinkbekers. Daarnaast zijn de schelpen gebruikt als onderdeel van verschillende exquise gebruiksvoorwerpen, zoals bokalen, bekers en zoutvaatjes. Deze zijn met name veel gemaakt in de 17e en 18e eeuw gedurende de late Renaissance en tijdens de barokperiode. De schelp werd hiertoe voorzien van zilveren en gouden monturen. Dergelijke gebruiksvoorwerpen werden al in hun tijd als bijzonder zeldzaam beschouwd en waren alleen voor de elite beschikbaar, bijvoorbeeld als verzamelobject in een kunstkabinet.
Provenance
Particuliere collectie, Duitsland
Hollands (Leiden?), circa 1840
Nautilus, zilver en parelmoer
Dimensions
24 cm hoog
Weight
502 gram